Basisstation: locatievereisten
Om de hoogste mate van nauwkeurigheid van de basisstations en een soepele werking te bereiken, moet je ervoor zorgen dat je aan alle van de volgende vijf vereisten voldoet:
- helder zicht op de hemel
- onwrikbaar ankerpunt
- afstand tot zonnepanelen
- afstand tot metalen kachels
- zorg voor voldoende GSM-signaal
1 - HELDER ZICHT OP DE HEMEL
Vrij zicht wordt gedefinieerd als een gebied waar geen obstakels aanwezig zijn voor een visser boven 30° vanaf de positie van de antenne, zoals hieronder geïllustreerd.
Om een helder zicht op de hemel te garanderen, wordt aanbevolen om de GPS-antenne op een hoog punt te installeren, bijvoorbeeld een kopgevel van een gebouw, waar de antenne boven de nok van het dak, bomen, silo's of andere obstakels kan worden geplaatst. Monteer de GNSS-antenne niet in de buurt van schoorstenen omdat de geproduceerde rook storingen kan veroorzaken.
2 - ONBEWEEGLIJK ANKERPUNT
De GNSS-antenne kan alleen worden bevestigd en vastgezet als het montageoppervlak onbeweeglijk en in goede staat is, zodat beweging door harde wind en/of slecht weer wordt voorkomen.
Vermijd daarom het installeren van de GNSS-antenne van het basisstation op masten, schoorstenen, torens.
3 - HOUD AFSTAND VAN ZONNEPANELEN
Zorg ervoor dat er zich geen zonnepanelen in de buurt van de GNSS-antenne bevinden, omdat deze het radiosignaal van GNSS-satellieten kunnen weerkaatsen en daardoor instabiliteit in het plaatsbepalingssysteem kunnen veroorzaken.
Bekijk de volgende afbeeldingen als referentie:
4 - NIET INSTALLEREN OP METALEN KACHELS
Zorg ervoor dat de GNSS-antenne niet op een metalen dak is gemonteerd, inclusief de bovenkant/zijkant van containers.
De reden hiervoor is dat platte metalen oppervlakken het radiosignaal van GNSS-satellieten kunnen weerkaatsen, waardoor de GNSS-ontvanger mogelijk instabiel wordt, net zoals bij zonnepanelen.
Als dit niet mogelijk is, zorg er dan voor dat je de GNSS-antenne bovenop het hoogste metalen dak installeert, zodat de antenne zelf boven elk mogelijk reflectiepunt staat.
5 - ZORG VOOR EEN GOED EN VOLDOENDE GSM-SIGNAAL
Om er zeker van te zijn dat de communicatiesterkte tussen de robot en het RTK-basisstation voldoende is, dient de operator initiële tests van de internetverbinding uit te voeren. De tests moeten worden uitgevoerd op het veld waar de robot naar verwachting zal werken en op de gewenste locatie van het basisstation.
Het wordt aanbevolen om een smartphone te gebruiken om de internetprestatietest uit te voeren en de onderstaande procedure te volgen:
- Download een "Speed test" app op een smartphone of gebruik de volgende link: https://www.speedtest.net/
- Test de internetverbinding en de prestaties op het veld waar de robot naar verwachting zal werken en op de gewenste locatie van het basisstation.
- Evalueer het testresultaat van de downloadsnelheid om te bepalen of de verbinding acceptabel is of dat aanvullende tests nodig zijn:
- Als het initiële testresultaat boven de 1 Mbps ligt, wordt de internetverbinding als acceptabel beschouwd.
- Als het resultaat lager is dan 1 Mbps, zijn aanvullende tests nodig.
De onderstaande illustratie laat zien hoe de tests op het veld worden uitgevoerd:
Als u problemen ondervindt in uw regio, vraag dan uw plaatselijke distributeur om advies over deze twee mogelijke oplossingen:
- GSM-antenne met groter bereik (UPG07V2.0-2.3): verbetert de GSM-verbinding in afgelegen gebieden. Het pakket wordt geleverd met een kabel van 4 m waarmee de GSM-antenne extern aan een gebouw kan worden bevestigd voor optimale ontvangst.
- Sluit het Base Station aan op internet via de router van uw huis/kantoor: deze verbinding is het meest geschikt als de plaats waar u het Base Station hebt geïnstalleerd zich dicht bij uw huis/kantoor bevindt.
LET OP 👇
Het is heel belangrijk dat de locatie zorgvuldig wordt gekozen in termen van mogelijke interferentie, botsingen en oppervlaktekenmerken. Als de antenne tijdens het seizoen wordt verplaatst, opzettelijk of onopzettelijk, worden het referentiepunt en het looppatroon van de robot evenredig verplaatst op het veld.
De GNSS-antennebeugel moet met voldoende middelen worden vastgezet om beweging door harde wind en slecht weer te voorkomen. Dit stelt ook eisen aan het montageoppervlak dat stevig en in goede staat moet zijn.
Na de installatie van de beugel wordt aanbevolen om de locatie duidelijk te markeren op het montageoppervlak en een paar foto's te nemen. Dit vergroot de kans op een correcte herpositionering van de GNSS-antenne als deze, om welke reden dan ook, is verplaatst.
Om nauwkeurige navigatie te garanderen, moet het basisstation binnen een straal van maximaal 10 km van het veld worden geplaatst.
Tijdens het hanteren en installeren is het belangrijk om de antennekabel niet onnodig te buigen, omdat een scherpe knik de kabel kan beschadigen.
Het Base Station wordt gevoed via de meegeleverde 230 V stekker. De voeding moet in een geschikt stopcontact worden gestoken met voldoende bescherming wat betreft de beveiliging van de voeding en beschutting tegen weersinvloeden.
Het wordt aanbevolen om het basisstation binnenshuis te installeren of anders in een ruimte met een afdak ter bescherming tegen directe regen. De kast moet zo worden gemonteerd dat de aansluitingen en wartels naar beneden wijzen.