Hoe kan ik optimaal wieden?

Optimaal wieden kan worden bereikt als aan de volgende belangrijke parameters wordt voldaan:

• GECONSISTENTE POSITIE VAN DE PLANTEN: Dit is de eerste en belangrijkste parameter die onder controle moet zijn. Een consistente positie van de planten wordt bereikt door een optimale voorbereiding van het veld en een optimale opstelling van de robot.
• AFSTAND TUSSEN DE PLANTEN: de minimale zaaiafstand om in de rij te kunnen wieden is 10 cm.
• GROOTTE VAN DE BUFFERZONE: als algemene vuistregel moet je de bufferzone vergroten naarmate het gewas groter wordt. Houd er echter rekening mee dat het vergroten van de bufferzone de beschikbare ruimte voor de wiedarm om de ruimte in de rij te bereiken verkleint.
• Zwad van de wiedarm: Het zwad van de wiedarm is de mate waarin de wiedarm beweegt van de gesloten positie (bijv. 0%) naar de open positie (bijv. 100%).
  Een breder zwad kost meer tijd (tienden van seconden) om te voltooien in vergelijking met een smaller zwad. Als vuistregel geldt daarom dat als u het zwad van de wiedarm vergroot (bijvoorbeeld van 10-80% naar 0-100%), u de snelheid van de wiedarm moet verhogen.
• SNELHEID VAN DE WIEDARM EN RIJSNELHEID VAN DE ROBOTDeze twee parameters zijn met elkaar verbonden. Ze beïnvloeden de werkcapaciteit en het wiedpatroon.
  • De snelheid van de wiedarm verhogen: de wiedarm zal sneller openen en sluiten. Dit is geschikt voor een hogere rijsnelheid van de robot, of wanneer je heel dicht bij het gewas moet reinigen.
  • De rijsnelheid van de robot verhogen: de robot zal meer hectares kunnen bestrijken, maar tegelijkertijd moet je de snelheid van de wiedarm verhogen.