Overslaan naar inhoud
  • Er zijn geen suggesties omdat het zoekveld leeg is.

EEN VELD MAKEN 2/2

In dit artikel wordt uitgelegd hoe je kopakkers, zaaiklepinstellingen, zaaipatronen, rijafstanden en dood bed management configureert in je FarmDroid veldinstelling.

Nadat je de stappen uit de gids hebt uitgevoerd - VELD 1/2 AANMAKENhebt uitgevoerd, kunt u de operationele instellingen voor uw robot aanpassen.


HMI PAGINA 3.3 - VELDINSTELLINGEN

  • NEE. HOOFDLANDS

    Stel het aantal kopakkers in om te bepalen hoe vaak de robot rond de omtrek van het veld moet rijden. Deze instelling bepaalt de breedte van het gebied op de kopakker, zodat er genoeg ruimte overblijft tussen de rand van het veld en de rijen gewassen voor taken zoals het draaien van oogstmachines.

    Raadpleeg de onderstaande afbeeldingen voor praktische voorbeelden:

NEE. HOOFDLANDEN: 6 NEE. HOOFDLANDEN: 2 NEE. HOOFDLANDEN: 1
  • ZUIDKLEP

    Deze instelling krijg je van FarmDroid als onderdeel van je zaadtestcertificering.

    • Zaaiklep AAN: De zaaiklep opent en sluit automatisch voor een optimale zaainauwkeurigheid. Gebruik deze instelling bij het zaaien in porties, zoals wanneer de afstand tussen de rijen groter is dan 3-4 cm.

    • Zaaiklep UIT: De zaaiklep blijft altijd open. Gebruik deze instelling alleen voor zaaien met een zeer hoge dichtheid, zoals wanneer de afstand tussen de rijen 2-3 cm is.

  • AFSTAND TUSSEN ZADEN (MM)

    Stel de afstand (in millimeters) in tussen de zaden binnen dezelfde rij.

OPMERKING 😀👍

Om onkruid tussen de rijen te kunnen wieden, moet de minimale afstand tussen de zaden ten minste 100 millimeter zijn.

  • ZAAIEN PATROON

    Je kunt het zaaipatroon aanpassen aan het specifieke gewas dat je plant.

DIAMANTPATROON

LIJNPATROON

HMI PAGINA 3.3 - GEAVANCEERDE VELDINSTELLINGEN


  • PASS NO. IN RICHTING VAN 1 TOT (REFERENTIE HOEKPUNT)

    Kies de gewenste richting voor de eerste robotbeweging:
    • ODD - De eerste pas van de robot beweegt weg van hoekpunt 1 (standaardinstelling).
    • EVEN - De eerste pas van de robot gaat richting hoekpunt 1.
    In het onderstaande voorbeeld:
    • Het veld heeft 4 hoekpunten
    • De referentielijn wordt ingesteld van CP1 naar CP2
    • De robot start zijn werkzaamheden vanaf CP1

ODD

EVEN

Tijdens de eerste passage beweegt de robot weg van hoekpunt 1.

Voor de eerste pas rijdt de robot langs de landtong naar hoekpunt 2 voordat hij draait en zijn pas begint terug naar hoekpunt 1.

  • ZEEFRICHTING HEADLAND

    Kies de richting waarin de robot moet werken in de kopakker:

    • POSITIEF: De robot gaat naar het volgende hoekpunt in oplopende volgorde.

    • NEGATIEF: De robot beweegt naar het volgende hoekpunt in aflopende volgorde.

    Zie de onderstaande illustratie voor verduidelijking:

POSITIEF

NEGATIEF


HMI PAGINA 3.3.1 - DOOD BED

  • DOOD BED

    Gebruik deze instelling om dode bedden binnen het veld in of uit te schakelen.

  • DODE BEDDING BREEDTE [M]

    Voer de breedte van een enkel dood bed in (in meters).

  • ENTER PASS NO. VOOR DOOD BED

    Je kunt tot 40 dode bedden per veld instellen.
    Voer in het raster het pasnummer in dat voor elk dood bed staat. Om een specifiek dood bed te deactiveren, voer je "999" in.

    Zie het onderstaande voorbeeld ter verduidelijking:

ENTER PASS NO. VOOR DOOD BED

Pas 3, 6 Pas 3, 6, 6